Meststoffen: het verschil tussen kunstmest en organische mest

Meststoffen: het verschil tussen kunstmest en organische mest

Meststoffen: verschil kunstmest en organische meststof

Het aanbod in van meststof fabrikanten die hun producten aanbieden aan tuincentra en hoveniers is groot en niet overzichtelijk.

Welke meststof moet ik gebruiken en waarom?

Er zijn veel verschillen in meststoffen en er is nu veel meer bekend over de positieve invloed van duurzame meststoffen en ook de grote nadelige gevolgen van het gebruik van kunstmest.

 

Waarom moet je eigenlijk mesten?

Dat vraag je je af als je door het bos loopt. In de natuur mest je toch ook niet? Dat klopt, maar in de natuur zorgen de bomen, planten en dieren voor de bemesting van het bos. In de bodem zitten wormen en andere bodemdieren, bacteriën en schimmels die ervoor zorgen dat de vruchtbaarheid van de grond op peil blijft. Een tuin is geen natuur. Onkruid wordt gewied, rozen worden gesnoeid, blad wordt geharkt, gras gemaaid en tuinafval verdwijnt in de groene container. Een oude tegelwijsheid luidt: wat je eruit haalt moet je er ook weer in stoppen. Anders loopt alles spaak. Tenzij je alle tuinafval weet te composteren zul je dus met mest of compost moeten aanvullen.

Er zijn veel verschillende meningen over mest. De moestuinier van de oude stempel bestelt elk jaar een kuub koemest en spit die onder. De moderne biodynamische tuinliefhebber, kweker en groententuinier gruwt van zo'n aanpak. Met spitten verstoor je namelijk het bodemleven. 

Dan heb je nog de kunstmestliefhebber; die vindt het gebruik van compost of organische meststoffen maar een hoop gedoe. Hij koopt liever een zak met korrels. Dat strooit lekker weg. En kunstmest heeft een snel en direct effect, de kunstmatige NPK's / meststoffen geven direct en snel voeding aan de plant.

 

Op welke grond tuinier je of staat je gewas, boom of plant?


Ideale tuingrond bestaat grofweg uit gelijke delen klei, leem en zand. Met daarnaast nog 5 à 10 procent organisch materiaal/humus. Lang niet elke grond is zo ideaal.

Heb je een kleibodem dan vraagt die om een andere benadering dan een zandbodem. Klei is vruchtbaar en zand niet. Van zand maak je nooit klei, hoeveel mest je er ook op gooit. Planten die van klei houden, zoals rozen, zou je op zand eigenlijk niet moeten willen. (Tenzij je de rimpelroos, Rosa rugosa, plant. Die groeit in het wild ook op zand.) Op klei moet je ook geen duindoorn willen en op zand weer geen ridderspoor.

 

Klei vraagt om compost. Compost verbetert vooral de structuur van de grond. Zand heeft een goede structuur maar is weinig vruchtbaar. Zand vraagt om mest.

Er is maar één stof die voor alle grondsoorten en alle planten belangrijk is. Dat is humus. Humus maakt het bestaan van de bodemfauna en -flora mogelijk. En humus heeft nog meer voordelen: het kan tot 90 procent van zijn eigen gewicht aan water vasthouden en daarmee de grond tegen uitdrogen beschermen. En humus kan een buffer vormen tegen schommelingen in de zuurgraad van de grond.

 

Organische mest of kunstmest?

De moestuin en siertuin en gazon zijn bij uitstek plekken waar je veel materiaal weghaalt en daarom ook het tekort met mest moet aanvullen. Met wat voor mest? Alle soorten organische mest zijn goed, zolang het maar geen kunstmest is! Met organische mest stimuleer je de vorming van humus en verbeter je het percentage van organisch materiaal en bodemleven. In organische meststoffen van Brimex Innogreen zitten enkel organisch materiaal en worden niet afgevuld met zouten. Zouten zijn goedkoop en worden vaak als draagstof gebruikt bij meststoffen.

En het percentage van deze slechte draagstof kan zeer hoog zijn: als je een zak meststof van 25kg koopt met een N-P-K van 12-8-5 dan betekent dat 25% meststoffen zijn en 75% draagstof -zout dus 18,75 Kg!

Het grote nadeel is dat deze zouten het bodemleven lees; schimmels, bacteriën, aaltjes, wormen etc. vernietigen. En deze zijn juist zo nuttig voor een goede en gezonde (moes)tuin, gewas en bomen.

En dan is er ander verschil wat wij al eerder aanhaalden, kunstmest voedt direct het gewas en organische meststoffen voeden de bodem die op zijn beurt het gewas op een evenwichtige manier voedt. En planten en bomen hebben meer nodig dan alleen deze voedingsstoffen. Als je als mens ook enkel de dagelijks benodigde voedingstoffen binnen krijgt dan wordt je toch op een gegeven moment ziek of vallen er functies uit. Dit geldt ook voor planten. Tevens hebben planten ook nog een functie voor andere dieren en insecten. Als er te weinig verschillende voedingstoffen in de plant zitten dan krijgen de insecten en dieren ook te weinig belangrijke stoffen binnen.  

Kunstmest wordt snel door planten opgenomen en is ook snel uitgewerkt. De structuur van de grond wordt er niet mee verbeterd. Als je er veel van gebruikt kan kunstmest wegspoelen in de grond en zo het grondwater vervuilen. Als kunstmest in de vijver spoelt is een algenexplosie het gevolg. Tevens klinkt de grond in waardoor deze geen water meer kan opnemen en gewassen in droge periodes makkelijk uitdrogen en water snel van percelen, gazon en tuin in de afwatering loopt.

Ook verschillen de prijzen van de verschillende soorten mest. met één mestsoort is het oppassen geblazen. Dat is paardenmest. Die kun je niet voor niets gratis bij de manege afhalen. Die paardenmest is vaak gemengd met zaagsel of houtkrullen van tropisch hardhout. Veel planten houden daar niet van.

Kies voor een organische mest die niet afgevuld is met zouten. Er zijn verschillende samenstellingen die elk een eigen functie of probleem oplossen of voorkomen.

 

Welke meststof gebruik je voor welke planten?

In de grond leven bacteriën die stikstof kunnen binden en die met planten ruilen voor suikers. In gezonde grond bestaat een levende ruilhandel tussen planten, schimmels en bacteriën. Dit systeem help je om zeep door kunstmest te gebruiken. En waar microben verdwijnen, zit er niets anders op dan meer kunstmest te strooien. Dat is het begin van een doodlopende weg.

Op de verpakking van kunstmest en organische mest staan meestal drie letters en drie getallen, bijvoorbeeld NPK 12 10 18. De N staat voor stikstof, de P voor fosfor en de K voor kalium. Soms zie je ook nog Mg voor magnesium. De getallen geven de verhouding van de elementen aan. Een laag gehalte N betekent weinig stikstof.

Stikstof bevordert vooral de bladgroei van een plant, kalium en fosfor zijn gunstig voor de bloei en de vruchtzetting. Een hoog getal voor N is dus prima voor een bladplant maar niet voor tomaten of bloemkool. En dat is dan ook de reden waarom er allerlei soorten kunstmest zijn ontwikkeld: bordermest, rozenmest, tomatenmest, gazonmest, enzovoort. 

In een bloempot bestaat nauwelijks bodemleven, maar toch kun je ook voor potplanten organische mest gebruiken. Gebruik hiervoor langzaam opneembare voedingstabletten. reukloos. En duur. 

 

Reacties

Wees de eerste om te reageren...

Laat een reactie achter
* Uw e-mailadres wordt niet gepubliceerd.