Kastanjemineermot bestrijden
Paardekastanjemineermot
De paardenkastanjemineermot (cameraria ohridella) is een kleine nachtvlinder. En werd voor het eerst ontdekt in Macedonië in 1985. Sindsdien verspreidde de paardenkastanjemineermot zich snel in heel Europa. De larve is een mineervlieg en kan aanzienlijke schade toebrengen aan paardenkastanjes (Aesculus spp.) en esdoorns (Acer spp.).
Schade
De meest voor de hand liggende vorm van schade zijn de gangen in het blad. In ernstige gevallen, leidt dit zelfs tot bruine bladeren en voortijdig bladverlies. Aangetaste bomen bouwen minder reserves op in de zomer en ontwikkelen daarom het volgende jaar minder bladeren. De verzwakte conditie van de aangetaste bomen maakt hen uiteraard vatbaarder voor andere ziekten en plagen.
Beschrijving en levenscyclus
De mot is 5 mm lang. En heeft glanzende, heldere bruine voorvleugels met dunne, zilverachtige witte strepen. De achtervleugels zijn donkergrijs met lange franjes. Elk vrouwtje legt ongeveer 20 tot 30 eieren op de bovenzijde van een blad.
Eens uitgekomen eet de jonge larve zijn weg in het blad en ontstaan er gangen in het bladweefsel. Cameraria ohridella heeft 5 mobiele larvestadia. De geelgroene larven zijn ongeveer 2 tot 5 mm lang en hebben opmerkelijke diep ingesneden segmenten. Wanneer de larve volgroeid is, verpopt ze zich in een zijden cocon in de gangen. De paardenkastanjemineermot overwintert als pop in de bladeren op de grond. Het aantal generaties per jaar varieert van 5 in Zuid-Europese landen, 3 in Midden-Europa en 2 in Noord-Europa. Hieruit blijkt duidelijk dat het aantal generaties sterk afhankelijk is van het klimaat.