Fruitmot bestrijden

Spotte je een plaag in jouw appel- of perenboomgaard? De fruitmot Cydia pomonella zorgt voor aanzienlijke verliezen in jouw boomgaard. Maar wat veroorzaakt nu eigenlijk al die problemen? De larven of zogenoemde rupsen van deze mot beschadigen de vruchten. Gelukkig kan biologische bestrijding je een uitweg bieden.

Welke schade kan de fruitmot aanrichten?

  • De larven maken bruine, gekartelde gaatjes in de vruchthuid en graven een tunnel tot in de kern om zich te voeden met proteïnerijke zaden.
  • In de tunnel leggen rupsen bruine, korrelvormige uitwerpselen die ook wel frass genoemd worden.
  • Beschadigde vruchten rijpen sneller en vallen af met opbrengstverliezen tot gevolg.
  • Eén larf kan meerdere vruchten beschadigen.

Hoe kan je de fruitmot bestrijden?

Om de rupsen van de fruitmot te monitoren, kan je vertrouwen op specifieke feromonen in combinatie met een val zoals de Brimex Delta Trap®
Voor de biologische bestrijding van deze soort kan je inzetten op de nuttige nematoden Carpocapsae-System. 

Welke eigenschappen heeft de fruitmot?

  • De eitjes van 1 mm zijn wit, lensvormig en worden gelegd in een kleverige massa die aangemaakt wordt door de vrouwtjes.
  • De larven die pas uitgekomen zijn, meten 2 mm en zijn lichtgeel. Volgroeide larven zijn ongeveer 2 cm, roodachtig en hebben een zwarte kop. Ze verpoppen in een zijden cocon die bedekt is met houtachtig materiaal.
  • Adulten meten ongeveer 10 mm en zijn grijsachtig met lichtgrijze en koperkleurige strepen op hun vleugels.

Hoe verloopt de levenscyclus van de fruitmot?

  • 3 tot 6 dagen nadat de vrouwtjes tevoorschijn komen, leggen ze eitjes op de bladeren en vruchten. Ze leggen ongeveer 50 tot 60 eitjes.
  • Afhankelijk van de weersomstandigheden komen de eitjes na 1 tot 3 weken uit. De jonge larven beginnen de vruchten binnen te dringen.
  • De rupsen verlaten de vruchten tegen het einde van zomer. Ze overwinteren in spleten op boomstronken, takken, rotsen of palen van omheiningen.
  • Adulten zijn aanwezig van het einde van de lente tot het einde van de zomer. Zelf in de vroege herfst bij temperaturen boven 15 °C kunnen adulten voorkomen.
  • Het jaar daarna verpoppen de larven zich tijdens de lente en is er een nieuwe generatie aanwezig.