Brimex gaasvlieg kwartier

Brimex gaasvliegen Pro kwartier

Het plaatsen van kunstmatige schuilplekken voor gaasvliegen:

Gaasvliegenverblijf wat door Brimex is ontwikkeld en specifiek is voor de gaasvlieg. Omdat ze als volgroeide dieren overwinteren, hebben ze vanaf medio september tot in het voorjaar een beschermend overwinteringsverblijf nodig. Dit gaasvliegenkwartier is hiervoor ideaal, omdat het een optimale bescherming biedt tegen hun natuurlijke vijanden. In het verblijf zit een natuurlijk vulmiddel wat wordt meegeleverd. Deze unieke gaasvlieg behuizingen kunnen gebruikt worden voor de biologische bestrijding bij plant en boomkwekerijen. Ook in het openbaar groen kunnen deze kasten hun nut bewijzen als deze in woonwijken, parken, lanen en plantsoenen worden geplaatst. In deze gebieden kunnen de gaasvliegen bijdragen aan de natuurlijke bestrijding van Eikenprocessierups en bladluis.

Toepassing Brimex gaasvliegen kwartier:

• Boomkwekerij (bestrijding (beuken)bladluis, wolluis etc.)
• Plantkwekerij  (bestrijding (beuken)bladluis, wolluis etc.)
• Openbaar Groen / Gemeente (bestrijding bladluis en eikenprocessierups)
• Moestuin
• Tuin
• Moestuin
• Bedrijf

Plaatsing Brimex gaasvliegen kwartier:

Bevestiging van deze kast voor gaasvliegjes vindt plaats medio september aan stang, paal of alleenstaande hoogstamboom, aan de rand van dorpen, in velden, weiden of op braak liggend land, waarbij de voorkant met de lamellen van de wind afgekeerd moet zijn. Als men gaasvliegen juist naar een andere locatie wil brengen waar plaagdruk is, kan men deze na de eerste vorst kan het verblijf in de tuin of plantsoen worden gehaald en in de buurt van sierstruiken en fruitbomen worden geplaatst. Ophanghoogte 1,5 tot 2 meter. Het verblijf is onderhoudsvrij en hoeft niet schoongemaakt te worden. Gaasvliegen hebben een andere kleurherkenning dan mensen en geven de voorkeur aan een roodachtige tint; om deze reden is het Brimex gaasvliegenkwartier daarom rood van kleur. De kasten zijn aan elkaar te koppelen om een extra groot verblijf op bijvoorbeeld een perceel te creëren.

Brimex gaasvliegen kwartier in twee varianten:

• Brimex gaasvlieg kwartier 38-24 cm zonder plaatsing paal voor plaatsing tegen gebouwen en bomen etc.
• Brimex gaasvlieg kwartier 38-24 cm met plaatsing paal (200 cm) voor plaatsing in velden, percelen, openbaar groen, hagen etc.

Uitleg en levenscyclus van gaasvliegen Chrysopa Carnea?

Chrysopa, beter bekend als de gaasvlieg, is een inheemse predator die vaak spontaan in kassen en openlucht voorkomt. De larven
zijn uitermate vraatzuchtig en efficiënte bladluis en wolluis bestrijders. De volwassen vliegen zijn tere, lichtgroene insecten met lange transparante,
fijndooraderde vleugels en gouden ogen. De volwassen gaasvlieg is geen predator en leeft van nectar, honingdauw en pollen.

Wat zijn de voordelen van Chrysopa Carnea?

Voeden zich ook met andere insecten zoals wolluis, spint, trips, wittevlieg en kleine (eikenprocessie) rupsen
Actief bij lange lagere temperaturen en gedurende de nacht.

Hoe werkt de bestrijding met de gaasvlieg?

De vrouwtjes leggen tot 400 eitjes op een steeltje in de nabijheid van plaaghaarden. De larven zijn verantwoordelijk voor de bestrijding aangezien de volwassenen zich voeden met nectar, honingdauw en stuifmeel. Ze gaan willekeurig op zoek naar een prooi om ze vervolgens leeg te zuigen
De larven verorberen tot 50 bladluizen per dag. Het laatste stadium van de larve is het meest vraatzuchtige, goed voor 75% - 80% van de totale consumptie.

Biologie van de gaasvlieg:

In de natuur zijn er 2 tot 3 generaties per jaar. Adulten leggen vanaf de lente ongeveer 20 eieren per dag. Deze eieren worden afzonderlijk of in groepjes afgezet op korte steeltjes (0,7 mm lang) aan de bladonderzijde. Na drie dagen ontwikkelt zich het eerste larvestadium uit het ei en later ook larvestadia 2 en
3. Het derde larvestadium is het meest belangrijke, het neemt tenslotte 80 % van de totaal opgenomen voeding voor zich.
Larve 3 is ongeveer 8 mm lang en kan 50 bladluizen per dag verorberen (totaal ± 600 bladluizen). Het wordt daarom niet voor niets ook wel eens de “bladluisleeuw” genoemd. Ongeveer 16 dagen na de eiafzetting zal de larve verpoppen, waaruit nog eens 2 weken later een volwassen gaasvlieg verschijnt.

Levenscyclus van de gaasvlieg: 

De groene gaasvliegen overwinteren als volwassenen, meestal in bladafval aan de rand van velden. Tijdens de lente en de zomer leggen de vrouwtjes honderden kleine (<1 mm) eieren op bladeren of twijgen in de buurt van de prooi. Larven verschijnen na 3-6 dagen.
Groene Lacewing-levenscyclus
Het larvenstadium heeft drie instars en duurt twee tot drie weken. Rijpe derde exemplaren draaien rond, perkamentachtige, zijden cocons meestal op verborgen plaatsen op planten. De opkomst van de volwassenen vindt plaats in 10 tot 14 dagen. De levenscyclus (minder dan 4 weken in zomerse omstandigheden) wordt sterk beïnvloed door de temperatuur. Er kunnen twee tot meerdere generaties per jaar zijn.

Elke larve zal 200 of meer plagen of plaag-eieren per week verslinden tijdens hun ontwikkelingsperiode van twee tot drie weken.
Na deze fase verpoppen de larven door een cocon met zijden draad rond te draaien.
Ongeveer vijf dagen later komen er volwassen gaasvliegen tevoorschijn om te paren en de levenscyclus te herhalen.

Voor het beste resultaat moet de omgeving de volwassen gaasvliegen aanmoedigen om te blijven en zich te voortplanten in het gebied waar deze zijn uitgezet. Nectar, stuifmeel en honingdauw stimuleren hun voortplantingsproces. Als deze voedselbronnen niet beschikbaar zijn, kunnen volwassenen verdwijnen uit het gebied. Volwassenen kunnen de winter overleven op beschermde plaatsen, maar hebben het moeilijk om koude winters te overleven. Afhankelijk van de klimatologische omstandigheden, zal de volwassene ongeveer vier tot zes weken leven.

• Het plaatsen van kunstmatige schuilplekken voor gaasvliegen
• Specifieke bomen langs het veld
• Bankerplanten
• Bloembedden

Toepassing Brimex gaasvlieg als actieve natuurlijke bestrijder:

Chrysopa carnea kan in verschillende groente-, fruit, sier, plant - boom-teelt en openbaar groen worden ingezet tegen verschillende soorten bladluizen en wolluizen en eikenprocessierupsen. Ook andere insecten als trips, spint, wittevlieg, kleine rupsen, vlindereieren en wolluis versmaadt zij niet.
Vooral in teelten waar de temperatuur en/of relatieve vochtigheid sterk kan wisselen, zal Chrysopa geen problemen kennen.
Aangezien de larven niet kunnen vliegen, moeten zij hun prooi via de kortst mogelijke weg kunnen bereiken. Het is daarom belangrijk om de larven uit te zetten in de nabijheid van hun prooi. Toch is een larve in staat om vóór het volwassen worden 4 tot 5 km af te leggen.

Verpakking Brimex Chrysopa System

• De larven van Chrysopa kan Brimex in verschillende aantallen leveren.